Interview: Technologie Centrum Land krijgt vorm dankzij unieke samenwerking

  • 5 jun
  • Kitty Walter
  • ·
  • Aangepast 6 jun
  • 361
Kitty Walter
Technologie Centrum Land

In 2028 opent Defensie de deuren van het gloednieuwe Technologie Centrum Land (TCL) in Leusden. Van kleine verkenningsvoertuigen tot zware Leopard 2-tanks, al het grondgebonden materieel van Defensie kan hier terecht voor specialistisch onderhoud, tests en verdere technologische ontwikkeling. Maar hoe kom je tot de bouw van zo’n technisch bolwerk?

Het nieuwe Technologie Centrum Land wordt namelijk niet alleen een technisch hoogstandje, maar ook een toonbeeld van duurzaamheid, innovatie en samenwerking. Die hoge ambities vragen om meer dan alleen stenen stapelen. Het succes van het TCL is gebouwd op een fundering, die wordt gevormd door intensieve samenwerking tussen gebruiker, opdrachtgever en uitvoerder.

Van links naar rechts Majoor Guillaume van Vossen, Marc van Noort en Ruud Schuurman
Van links naar rechts: Majoor Guillaume van Vossen, Marc van Noort en Ruud Schuurman

Levensduur
Het huidige onderhoudscentrum in Leusden stamt uit de jaren vijftig en werd oorspronkelijk gebouwd voor de Centurion-tank. Inmiddels is de werkplaats uitgegroeid tot een lappendeken van bijgebouwen, en voldoet de faciliteit niet langer meer aan de eisen van deze tijd. “De technische en economische levensduur van het gebouw is ruimschoots verstreken”, legt projectleider Ruud Schuurman van de Koninklijke Landmacht, uit. Ook de Inspectie Leefomgeving en Transport (IL&T) luidde de noodklok. De brandveiligheid en andere normen werden niet langer gehaald. “De keuze tussen verbouwen of nieuw bouwen was dan ook snel gemaakt,” vertelt Schuurman. “De noodzaak om een innovatieve en veilige werkplaats te realiseren, geheel afgestemd op de behoeftes van nu én morgen is er en dit is onze kans.”

Het nieuwe TCL verrijst naast de huidige werkplaats. Na oplevering, verwacht in 2028, verhuist het personeel naar het nieuwe complex, waarna de oude gebouwen worden gedemonteerd en plaatsmaken voor natuurontwikkeling. (Op o.a. natuurontwikkeling komen we later in een apart artikel terug – red.)

De kracht van samenwerking
Achter de totstandkoming van het TCL schuilt een nauw afgestemde driehoekssamenwerking tussen Defensie, het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) en de eindgebruikers, de medewerkers van het Materieellogistiek Commando Land (Matlogco). Majoor Guillaume van Vossen van Defensie Vastgoedmanagement (DVM) beheert de financiële middelen en afstemming met Den Haag, terwijl Marc van Noort van het RVB verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project. “De driehoek van opdrachtgever, gebruiker en uitvoerder is hier cruciaal,” zegt Van Noort. “Iedere stap in het proces wordt voortdurend gespiegeld aan de functionele eisen van de gebruikers.”

Schuurman bewaakt samen met een klein team de wensen van het Materieellogistiek Commando en het personeel dat straks in het nieuwe pand gaat werken. Het gaat niet om een luxe paradepaardje, maar om een faciliteit waarin onze mensen veilig en effectief kunnen werken, stelt hij. “We doen het voor de eenheid die daar straks gebruik van gaat maken. Daarom probeer je zo goed mogelijk de wensen te vertalen van wat er moet komen, maar wel met een kritische blik. Elke investering moet functioneel noodzakelijk zijn, en we blijven ons bewust van het feit dat het om belastinggeld gaat.”

Render binnenzijde onderhoudwerkplaats‘Niet zomaar een garage om de hoek’
Het nieuwe TCL wordt geen gewone werkplaats, benadrukt Schuurman. “De werkzaamheden die wij doen, zijn natuurlijk niet alledaags. Dit is niet zomaar een garage om de hoek. Hier wordt op het hoogste niveau onderhoud gedaan aan het grondgebonden materieel van Defensie.” Het centrum wordt ingericht voor complexe bewerkingen zoals modificaties, beproevingen en midlife-updates van militaire voertuigen. Voertuigen en componenten worden gereviseerd om opnieuw tien tot twintig jaar inzetbaar te zijn. De werkzaamheden vragen om uitzonderlijke veiligheidsvoorzieningen en specialistische werkplekken. “We hebben hier niet te maken met standaardnormen,” zegt Schuurman. “We moeten op maat gemaakte oplossingen ontwikkelen.” (meer informatie over een flexibel en aanpasbaar gebouw staat in het eerder gehouden interview met Marc van Noort – red.)

De drie projectleiders komen om de week bijeen om de voortgang te bespreken. “De wereld verandert snel, denk aan de oorlog in Oekraïne, terwijl vastgoedprocessen traag kunnen zijn,” vertelt Van Vossen. “Daarom moeten we flexibel kunnen inspelen op nieuwe dreigingen en technologische ontwikkelingen.” Dat betekent dat het ontwerp voortdurend werd bijgesteld en doorgerekend op consequenties voor budget en planning. Van Noort: “Wat voor consequenties zijn er bij welke wensen? Wat betekent dat in product, tijd en geld? We houden elkaar scherp, dagen elkaar uit en zorgen ervoor dat we de informatie zorgvuldig delen. In het RVB-kernteam voor TCL zit ook een technisch manager, ondersteund door een team van techneuten die alle inhoudelijke aspecten controleren.”

Duurzaamheid als ruggengraat
Een ander belangrijk uitgangspunt is duurzaamheid, zowel in de voorbereiding, de sloop, de bouw en de exploitatiefase. De ambities vanuit Defensie en het RVB zijn hoog: het TCL moet voldoen aan de strengste duurzaamheidseisen. Dat vraagt om slimme oplossingen, want duurzaamheid komt vaak met een prijskaartje. “Je wilt niet in 2028 een gebouw opleveren dat direct alweer achterhaald is,” zegt Van Vossen.

Voorbeelden van duurzame keuzes die zijn gemaakt in het ontwerp zijn onder meer het onderzoeken van de impact op flora en fauna, toepassing van CO₂-arme producten, circulair ontwerp, zonnepanelen en energieterugwinning, maar ook duurzaamheid tijdens de sloop, zoals hergebruik van bouwmaterialen. Toch levert dat ook dilemma’s op. “Zonnepanelen die je juist toepast om duurzaam te zijn, worden bijvoorbeeld in de Milieu Prestatie Gebouwen-score aangemerkt als afval omdat ze niet goed te recyclen zijn,” legt Van Vossen uit. Daarom houdt het projectteam de vinger aan de pols bij de nieuwste marktontwikkelingen. “Ook hebben we de markt uitgedaagd om mee te denken in de aanbesteding”, vult Van Noort aan.

Meer dan een werkplaats
Naast een efficiënte werkplaats moet het TCL ook vooral een gezonde en inspirerende werkomgeving worden. Het gebouw wordt licht, open en uitnodigend, met als doel om personeel te behouden én aan te trekken. “We willen laten zien dat werken bij Defensie aantrekkelijk is, zeker voor technisch talent,” zegt Schuurman. “Het gaat hier om specialisten die bijvoorbeeld met pantserstaal werken, dat is geen regulier sleutelwerk.”

Naast werkplaatsen komt er ook ruimte voor innovatie. Er zijn daarvoor straks allerlei kapitaalintensieve bedrijfsmiddelen te vinden, zoals motorenproefstanden, een aandrijflijntestbank, een triltafel en een kleine klimaatkamer om allerlei onderzoeken en beproevingen te doen. Schuurman: “Die onderzoeken willen we doen in een intensievere samenwerking met kenniscentra zoals onderzoeksorganisatie TNO, onderwijsinstellingen en met de industrie, om zo gezamenlijk een bijdrage te leveren aan de inzetgereedheid van Defensie.”
En dat is volgens hem een wezenlijke verandering van hoe Defensie voorheen altijd werkte. “In het verleden hielden we de poorten meer gesloten, nu zoeken we veel meer de samenwerking op met de buitenwereld. De technologie dendert nu eenmaal voort, en we willen aangehaakt blijven. Dat kan niet door alles zelfstandig te willen doen, je moet wel aansluiten bij ontwikkelingen die in de markt gaande zijn. We willen een kenniscentrum worden, een autoriteit op het gebied van grondgebonden materieel.”

Voor deze samenwerking wordt een apart gebouw, het Applied Technology Center, ingericht. In dit gebouw kunnen externe partners samenwerken aan technologieontwikkeling. Daar wil Defensie bijdragen aan goed onderwijs. Schuurman: “We hebben de middelen waar jonge techneuten aan kunnen sleutelen. We willen mensen een uitdagende werk- en leeromgeving bieden.”

render impressie buitenzijdeRespect voor natuur en historie
Het terrein in Leusden ligt naast de Leusderheide en natuurgebied Den Treek-Henschoten. In het ontwerp is daarom veel aandacht besteed aan landschappelijke inpassing. Een landschapsarchitect zorgt voor een natuurlijke overgang met bos en heide op het terrein. Daarnaast is de historie niet vergeten. Er komt op de toenmalige route, het ‘pad van hoop en vrees’, een gedenkteken ter nagedachtenis aan de slachtoffers die tijdens de Tweede Wereldoorlog op de Leusderheide zijn gefusilleerd.

De omgeving wordt actief betrokken bij de plannen. Vorig jaar organiseerde Defensie een bedrijvenavond waar onder meer de gemeenten Amersfoort en Leusden en lokale ondernemers aan deelnamen. “Die transparantie en betrokkenheid werd enorm gewaardeerd,” aldus Van Noort.

Een gezamenlijk doel
Wat alle betrokkenen bindt, is het gedeelde doel: een toekomstbestendige technologische faciliteit voor Defensie die in de omgeving past, gebouwd met zorg voor mens, milieu en middelen. “Het is mijn oogmerk om voor de mensen in Leusden het beste te bereiken,” zegt Schuurman, die ooit op deze locatie zijn carrière bij Defensie is gestart. “We hebben lang gewacht op deze stap, en nu wordt die eindelijk gezet.”

Van Vossen noemt de samenwerking hecht: “Iedereen heeft zijn eigen rol, maar we kijken over de grenzen heen om elkaar te helpen.” Van Noort beaamt dat: “We kleuren soms buiten de organieke ‘lijntjes’, maar altijd om het gezamenlijke doel te dienen.” En dat doel krijgt vorm met het huidige ontwerp dat nu in de gunningsfase zit.

Noot van de redactie:
Sinds de afronding van dit interview heeft Majoor Guillaume van Vossen (Defensie Vastgoedmanagement) een andere functie aanvaard binnen Defensie. Zijn rol binnen TCL wordt nu ingevuld door Majoor André Wisse.

Meer informatie:
Stand van zaken aanbesteding
Gebruiker: Matlogco
Opdrachtgever: Defensie (DOSCO)
Uitvoerder: Rijksvastgoedbedrijf

Impressies TCL
afbeelding 1: © Van Wageningen Architecten / Visualisatie: bmd3d
afbeelding 2: © H+N+S Landschaps­architecten

Trefwoorden